Het japanse woord 'do' staat voor 'weg' en verwijst naar het Pad van studie. De Do-jo is dan ook een leerplaats en dient met respect betreden te worden. Men zal daarom steeds een buiging maken bij het betreden en verlaten van de Dojo.
In de dojo is er steeds een plaats van hogere status - de shomen of kamiza genaamd. Men buigt dus altijd richting shomen en men zorgt ervoor dat zijn rug nooit richting kamiza is gericht.
De buiging is met het hoofd zo'n 30 graden geknikt en de armen zijn mooi naast het lichaam. De buiging duurt ongeveer 3 tellen.
De sensei zit in de dojo het dichtst bij de kamiza de leerlingen ordenen zich naar leeftijd en rang tegenover de sensei. De laagste kyu of jongste kendoka verst van de shomen.
In de dojo laat men de dagelijkse beslommeringen en problemen achter zich en concentreert men zich steeds ten volle aan de studie van het zwaard. Zorg er tevens voor dat je kledij en hygiëne in orde is. Als men rondwandeld in de dojo is de shinai in een passieve houding.
Plaats uw materiaal en bogu netjes gestapeld en uit de weg.
Voor iedere oefinening buigen tegenoverelkaarstaande kendokas naar elkaar en zeggen "Onegai shimasu" wat wil zeggen "Wilt U met mij trainen. Na iedere oefeing met elkaar volgt weer de buiging en bedankt U met de woorden "Domo Origato".
Voor ieder gevecht of geiko begroeten de kendo elkaar in sokyo of hurkzit.
