Onze houding toont onze relatie tot onszelf, anderen en de wereld, daarom is 'kamae' zo belangerijk in Kendo. De kamae reflecteert als het ware onze mentale en spirituele aspiraties, onze balans en flexibiliteit.
Er zijn 5 basis kamae in Kendo :
Hasso No Kamae
Chudan No Kamae
Waki No Kamae
Gedan No Kamae
Jodan No Kamae
Bij Waki Kamae plaatst men de rechtervoet naar achter en draait men de schouders rechts weg van de tegenstander. Het zwaartepunt blijft evenwel bij de linkervoet. Het zwaard houd men met de handen op heuphoogte. Deze positie van het zwaard maakt het moeilijk de lengte van het zwaard in te schatten, hou er dus rekening mee dat de lengte niet veraden wordt bij verandering van kamae.
Chudan No Kamae
Jodan No Kamae
Gedan No Kamae
Waki No Kamae
Hasso No Kamae
In Chudan plaatst men de rechtervoet heupbreedte voor de linkervoet. De rechtervoet rust vlak op de grond maar het gewicht is iets naar voren gebracht zodat de hiel juist de grond raakt. De hiel van de linkervoet is ongeveer 3cm van de grond waardoor men het gevoel krijgt naar voor te worden gestuwd voor een frontale aanval. Het lichaam is recht evenals het hoofd. De knieën zijn lichtjes gebogen om zo een gevoel van flexibiliteit en veerkracht te creëren. Hetzelfde voor gevoel geldt ook voor de armen. De shinai is juist in het centrum en in de lijn van aanval, met de punt naar de keel van de tegenstander. De linkerhand is een vuist verwijderd van de navel.
In Jodan houdt men het zwaard boven het hoofd. De ellebogen zijn lichtjes gebogen en de linkerhand is even boven en voor het voorhoofd. Het zwaard heeft een hoek van 45 graden met snijkant naar voor. De houding kan met de linkervoet naar voor (hidari jodan no kamae) waarbij het wapen lichtjes afwijkt naar rechts of met de rechtervoet naar voor (migi jodan no kamae), hierbij blijft het wapen in het centrale vlak.
De lage houding lijkt een beetje op chudan no kamae maar de tip van het zwaard houd men op knie-hoogte. De linkerhand blijft op navel-hoogte, dus enkel met de pols word de punt naar beneden gebracht. De snijkant van het zwaard is naar beneden. Let op dat men de punt niet volgt met de ogen, blijf naar je tegenstander kijken.
De linkervoet staat naar voor en het zwaartepunt ligt bij deze voet. De linkerhand blijft op de centerlijn van het lichaam ter hoogte van de solar plexus. De rechterhand is ietsje uit het centrum naar rechts op kinhoogte en de tsuba op mondhoogte. De snijkant van het zwaard is naar voor en het zwaard leunt iets naar rechts-achter.