Deze kata toont het gebruik van kaishi waza en hoe men de kracht van een aanval kan omzetten in een tegenaanval en dit op de positie van de afweer.
Bij het begin stapt uchidachi in met linkse voet en staat in rechtse hasso n0 kamae. In hasso no kamae brengt men het zwaard naar de rechterzijde van het hoofd met de tsuba ter hoogte van de mond, de punt van het zwaard helt lichtjes naar achter.
Als reactie hierop gaat shidachi naar wakigamae. Hij zet dus de rechter voet achter de linkse en laat de tip van het zwaard achter zich zakken met de handen ter hoogte van de rechterzijde van de heup. Het idee achter deze houding is het verbergen van het zwaard waardoor het moeilijk word de lengte ervan in te schatten.
Beiden nemen nu drie stappen ayumiashi naar voor startend met de linkervoet. Dan gaan ze beiden naar jodan no kamae.
Vervolgens schuift uchidachi naar voor met de rechtervoet en valt aan op men. Shidachi stapt tegelijk ook in met rechts en valt eveneens aan op men. Hun zwaarden raken elkaar hoog en beiden drukken neerwaards tot chudanno kamae.
De kendoka zorgen ervoer dat ze niet naar elkaars zwaard wegslaan maar duidelijk men willen scoren, de zwaarden dienen als het ware in te glijden tegen elkaar door de neerwaardse slag.
Uchidachi valt tenslotte aan met tsuki en kiai " Yah ! ".
Zijn snijkant zwaard is naar rechts gedraait.
Shidachi weert de aanval af door zijn zwaard zijlings te kantelen met de punt naar rechts waardoor hij conrole krijgt over de duwkracht van uchidachi en waardoor hij deze duwkracht een nieuwe richting kan geven - circulair richting men van uchidachi.
Tegelijkertijd stapt shidachi diagonaal naar links, brengt de linker voet naar achter, en stapt vervolgens weer in met rechts en valt aan op men met kiai " To ! ".
Hierna gaat shidachi naar het centrum en uchidachi trekt terug. Beiden gaan naar chudan no kamae, dan hodoku en gaan vijf passen achteruit naar hun startpositie